DE KLASSIEKE MELANINE KANARIE.                        Wout van Gils

A. Het melanine bezit dringt door tot op de schedel.
B. De tekening komt tot tegen bij de ZWART en BRUIN reeks.
C. De wangen en kin zijn hier eveneens goed gemelaniseerd.
D. De borsttekening moet bij de ZWART- en BRUIN reeks zo ver mogelijk tot tussen de poten lopen.
E. De flanken zijn goed getekend door korte, smalle en onderbroken streepjes.
F. In de ZWART- en BRUIN reeks moet de borstkleur ook de flanken bedekken tussen de streepjes.
G. Snavel en poten zijn zwart in de zwartreeks en bruinachtig vleeskleurig in de bruinreeks.
H. Staart- en vleugelpennen zijn allen gelijk doorgekleurd.
I. Korte, fijne, smalle en onderbroken streepjes op het hele rugdek

J. Ook bij de AGAAT en ISABEL reeks moet het melanine bezit op de schedel zichtbaar zijn.
K. De AGAAT en ISABEL reeksen bezitten een blekere band aan het voorhoofd.
L. De baardstrepen komen beter tot uiting bij de AGAAT en ISABEL, vermits de rest bleker is door de eerste reductiefactor. (Opblekingsfactor)
M. De borstkleur is bleker in de AGAAT en ISABEL reeks dan in de ZWART en BRUIN reeks
N. Bij de AGAAT en ISABEL reeks zal de kleur tussen de flanktekening gelijk zijn aan de borstkleur. (Opgebleekt)
O. Snavel, poten en nagels zijn grijsachtig vleeskleurig bij de AGAAT reeks en zeer licht vleeskleurig bij de ISABEL reeks.
P. De vleuge l- en staartpennen bezitten een bredere zoom dan bij de AGAAT en BRUIN reeks.